ECLI:NL:RBUTR:2012:BV2993 LJN BV2993, Rechtbank Utrecht, 16/711482-11, 16/711103-11 en 16/604110-11 [P], 6-2-2012, Strafrecht (2024)

Dowload PDF-versie

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT

Sector strafrecht

parketnummer: 16/711482-11, 16/711103-11 en 16/604110-11 [P]

vonnis van de meervoudige kamer d.d. 6 februari 2012

in de strafzaak tegen

[verdachte]

geboren op [1976] te [geboorteplaats]

wonende te [woonplaats]

gedetineerd: P.I. Nieuwegein, HvB Nieuwegein te Nieuwegein

raadsman mr. S. de Korte, advocaat te Utrecht

1Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzittingen van 14 november 2011 en

23 januari 2012, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt. De tenlastelegging in parketnummer 16/711482-11 is op de terechtzitting van 14 november 2011 gewijzigd overeenkomstig artikel 313 van het Wetboek van Strafvordering.

Ter terechtzitting van 14 november 2011 zijn overeenkomstig artikel 285 van het Wetboek van Strafvordering de zaken onder de parketnummers 16 /711482-11 en 16/711103-11 gevoegd. Ter terechtzitting van 23 januari 2012 is de zaak onder parketnummer 16/604110-11 gevoegd met deze eerder gevoegde zaken.

2De tenlastelegging

De tenlasteleggingen zijn als bijlage aan dit vonnis gehecht.

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:

Parketnummer 16/711103-11

1. op 27 april 2011 te Zeist een telefoon en een camera heeft gestolen;

Parketnummer 16/711482-11

1. op 15 augustus 2011 te Amersfoort geld en een chocoladereep heeft gestolen;

2. op 20 augustus 2011 te Amersfoort een kluis heeft gestolen, subsidiair die kluis heeft geheeld, meer-subsidiair die kluis heeft verduisterd;

3. op 20 augustus 2011 te Amersfoort een tomtom en een telefoon heeft gestolen door middel van braak, subsidiair die zaken heeft geheeld,;

4. op 17 juli 2011 te Bilthoven een portemonnee heeft gestolen;

Parketnummer 16/604110-11

1. op 21 juli 2011 te Utrecht een fiets heeft gestolen;

2. op 19 augustus 2011 te Amersfoort een fiets heeft gestolen.

3De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaardingen geldig zijn, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4De beoordeling van het bewijs

4.1Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft gepleegd, met uitzondering van de diefstal op 17 juli 2011 te Bilthoven (feit 4, parketnummer 16/711482-11), de primair ten laste gelegde diefstal van een kluis op 20 augustus 2011 te Amersfoort (feit 2, parketnummer 16/711482-11) en de primair ten laste gelegde diefstal van een tomtom en een telefoon op 20 augustus 2011 te Amersfoort (feit 3, parketnummer 16/711482-11). Het subsidiair ten laste gelegde bij de feiten 2 en 3 van parketnummer 16/711482-11 kan naar de mening van de officier van justitie wel bewezen worden.

4.2Het standpunt van de verdediging

De verdediging is van mening dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen van feit 2, primair (parketnummer 16/711482-11), feit 3, primair (parketnummer 16/711482-11), feit 4 (parketnummer 16/711482-11) en feit 1 (parketnummer 16/604110-11). Voor genoemde feiten heeft de verdediging om vrijspraak verzocht.

4.3Het oordeel van de rechtbank

Parketnummer 16/711103-11

De rechtbank acht het feit wettig en overtuigend bewezen gelet op:

- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd tijdens de terechtzitting van 14 november 2011 ;

- de aangifte van [benadeelde 1] waarin deze heeft verklaard dat op 27 april 2011 tussen 10:15 uur en 11:15 uur een telefoon (Samsung Galaxy S) en een fotocamera (Kodak) uit het makelaarskantoor aan de [adres] te Zeist zijn weggenomen.

Parketnummer 16/711482-11, feit 1

De rechtbank acht het feit wettig en overtuigend bewezen gelet op:

- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd tijdens de terechtzitting van 14 november 2011 ;

- de aangifte van [benadeelde 4] , woonachtig in een woonzorgcentrum aan de [adres] te Amersfoort, waarin deze heeft verklaard dat op 15 augustus 2011 uit haar woning zijn weggenomen een geldbedrag van ongeveer € 30,00 en een chocoladereep.

Parketnummer 16/711482-11, feit 2

Op zaterdag 20 augustus 2011, omstreeks 23:15 uur, hoorde getuige [getuige 1] , wonende aan de [adres] te Amersfoort, een bonkend geluid buiten aan de voorzijde van zijn woning. Getuige is naar buiten gegaan en zag een man die een witte kast van het voetpad pakte en op het stuur van zijn fiets zette. Getuige vroeg aan de man wat hij aan het doen was. Getuige hoorde de man zeggen: “Dit is mijn systeemkast, laat me met rust.” Getuige zag dat de man weg wilde gaan en hield hem tegen. Getuige en zijn buurman hebben de man vastgepakt en vastgehouden tot de politie kwam.

Op 20 augustus 2011, omstreeks 23:28 uur, arriveerden verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] op de [adres] te Amersfoort. Zij zagen ter hoogte van perceel [perceelsnummer] allemaal mensen op straat staan, zagen midden op de weg een lichtkleurige kluis liggen en zagen dat twee personen een derde persoon in bedwang hielden. De persoon die in bedwang werd gehouden bleek te zijn: [verdachte], zijnde verdachte. Verdachte werd aangehouden en de op de straat aangetroffen kluis werd voor nader onderzoek meegenomen naar het politiebureau te Amersfoort.

Op 21 augustus 2011, omstreeks 03:00 uur is getuige [getuige 2] de dierenkliniek, waarvan getuige als werkneemster de sleutel heeft, binnengegaan. Getuige zag dat de kastdeuren van de kasten achter de balie openstonden en dat er allemaal spullen, afkomstig uit de kasten, op de grond lagen. Getuige zag ook de zogenoemde losgeldla op de grond liggen. Getuige zag in de ontwikkelkamer een kastdeur openstaan en zag dat in die kast, waar normaal altijd de kluis staat, geen kluis meer staan. Voorts zag getuige in de röntgenkamer het geldbakje voor hulphonden op de grond liggen, welk bakje, aldus getuige, normaal gesproken met een kleine ketting vast op de balie van de kliniek staat.

Op 21 augustus 2011 heeft [aangever] namens [benadeelde 2] aangifte gedaan van diefstal van een kluis, met daarin een portemonnee, een bedrag van € 850,00 en een bedrag van € 20,00 afkomstig uit een collectebus voor steunhulp. Genoemde kluis met daarin de portemonnee, alsmede een geldbedrag van € 850,00, zijn op 21 augustus 2011 teruggegeven aan aangever , nadat deze de kluis had herkend en had vastgesteld dat uit de kluis niets was ontvreemd.

Uit camerabeelden van de voordeur van de dierenkliniek blijkt dat op 20 augustus 2011 de laatste medewerkster op 20 augustus 2011 omstreeks 20:43 uur in de dierenkliniek is geweest. Door verbalisante werden op de door haar bekeken camerabeelden geen andere personen gezien.

Verdachte heeft verklaard dat hij de kluis heeft gevonden vlakbij de plaats waar hij is aangehouden en dat hij heeft geprobeerd de kluis open te breken.

De rechtbank is van oordeel dat het primair ten laste gelegde feit, namelijk de diefstal van een kluis en een bedrag aan geld, wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht. Daarbij heeft de rechtbank gelet op de korte tijdspanne tussen het moment dat medewerkster [getuige 2] nog in de kliniek is geweest, namelijk omstreeks 20:43 uur, en het moment dat verdachte met de kluis door getuige [getuige 1] op de [adres] is gesignaleerd, namelijk omstreeks 23:15 uur.

Voorts komt de verklaring van verdachte over zijn aanwezigheid op die plek (hij ging van een vriendin, wonend aan de [adres] naar het station, maar ging nog iets ophalen bij een ander) niet aannemelijk voor, aangezien de [adres] ver van de kortste route tussen de [adres] en het station is gelegen en de verdachte, desgevraagd, van deze andere persoon geen naam, adres of telefoonnummer kan (of wil) noemen.

Parketnummer 16/711482-11, feit 3

Bij de aanhouding van verdachte op 20 augustus 2011, zoals hiervoor genoemd bij de bespreking van feit 2, zijn bij een insluitingsfouillering onder meer een navigatiesysteem tomtom en een mobiele telefoon aangetroffen. Nadat verbalisant [verbalisant 3] het navigatiesysteem had aangezet, kon hij op het beeldscherm een naam lezen: [benadeelde 5], [adres], [woonplaats].

[benadeelde 5] heeft digitaal aangifte gedaan van diefstal van een Nokia-telefoon en navigatiesysteem tomtom uit een auto tussen 20 augustus 2011, 21:30 uur, en 21 augustus 2011, 09:00 uur. Aangever had zijn auto geparkeerd voor de woning aan de [adres] te Amersfoort. Op 26 augustus 2011 heeft aangever genoemde telefoon en genoemd navigatiesysteem uit handen van politie ontvangen.

De echtgenote van de aangever heeft verklaard dat de auto van aangever op 20 augustus vanaf 21.30 tot 22.30 uur niet afgesloten was en dat de tomtom en de telefoon kennelijk in die tijd waren weggenomen uit de auto omdat er geen braakschade aan de auto was.

De rechtbank is van oordeel dat gelet op het vorenstaande, in het bijzonder gelet op de korte tijdsspanne tussen de diefstal en het aantreffen van de verdachte met de gestolen spullen,

het primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht (met uitzondering van het inslaan van de autoruit) Verdachte heeft weliswaar ter terechtzitting d.d. 14 november 2011 verklaard dat hij de bij hem aangetroffen mobiele telefoon en de tomtom heeft gekocht op 20 augustus 2011 tussen 20:15 en 20:30 uur, dat hij de naam van de verkoper niet kan noemen en dat hij ongeveer € 150,00 heeft betaald, maar de verklaring van verdachte komt de rechtbank onlogisch en onaannemelijk voor op grond van het volgende: de aankoop zou zijn geschied voor het tijdstip van de diefstal.

De raadsman stelt wel dat de verdachte, als gebruiker (van verdovende middelen) niet zo precies kan verklaren over tijdstippen, maar daarmee stipt hij de tweede reden aan die de rechtbank heeft om de verklaring van verdachte niet aannemelijk te achten:

een gebruiker van verdovende middelen zal beschikbare contanten minder snel gebruiken voor tussenhandel in elektronica. Dat verdachte geld beschikbaar had is overigens ook slechts gesteld, maar op geen enkele wijze onderbouwd (terwijl verdachtes verklaring ter zitting van 14 november 2011 dat hij net zijn uitkering binnen had en geld had teruggekregen van de belasting, zich goed leent voor onderbouwing door bij die instanties op te vragen stukken, hetgeen achterwege is gebleven). Dat verdachte € 150,00 steekt in dergelijke handel lijkt ten slotte in strijd met zijn eigen verklaring ter zitting over feit 2, dat hij trachtte de kluis open te breken omdat “hij liever in een hotel slaapt dan op straat”

Parketnummer 16/711482-11, feit 4

De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan en zal hem dan ook van dat feit vrijspreken. Daartoe overweegt de rechtbank het volgende.

Weliswaar is in de nabijheid van de plaats delict, te weten het verzorgingshuis De Koperwiek te Bilthoven, een colaflesje aangetroffen, en is de drinkrand van dat flesje bemonsterd op speeksel dat afkomstig bleek van verdachte, maar in de aangifte van [aangever 2] wordt niet vermeld dat de persoon die haar portemonnee heeft weggenomen een colaflesje bij zich had. Het dossier biedt naar het oordeel van de rechtbank ook overigens onvoldoende aanwijzingen om tot een bewezenverklaring te komen.

Parketnummer 16/604110-11, feit 1

Op 21 juli 2011 heeft [aangever 3] aangifte gedaan van diefstal te Utrecht op 21 juli 2011, tussen 10:25 uur en 10:42 uur, van zijn fiets, een Sintesi Slickrock. Aangever heeft verklaard dat zijn fiets van de binnenplaats van het universiteitsgebouw aan de Kromme Nieuwegracht 29 te Utrecht was weggenomen en dat hij op de camerabeelden heeft gezien dat een man zijn fiets meenam. De betreffende binnenplaats wordt met camera’s bewaakt. De camerabeelden laten een man zien die de binnenplaats inloopt, in het universiteitsgebouw loopt, terug de binnenplaats inloopt, de fietsenstalling in gaat en met een herenfiets de binnenplaats verlaat.

Door verbalisanten is verdachte herkend als de man op de camerabeelden die de fiets van de binnenplaats van het universiteitsgebouw heeft weggenomen.

De rechtbank is van oordeel dat het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht. Niet alleen is verdachte door verbalisanten herkend, waarvan verbalisant [verbalisant 4] verdachte ambtshalve kent, ook de rechtbank heeft op grond van eigen waarneming vastgesteld dat de persoon die als verdachte aanwezig was ter terechtzitting van 23 januari 2012 sterk lijkt op de persoon die de fiets van de binnenplaats van het universiteitsgebouw heeft weggenomen.

Parketnummer 16/604110-11, feit 2

De rechtbank acht het feit wettig en overtuigend bewezen gelet op:

- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd tijdens de terechtzitting van 23 januari 2012 ;

- de aangifte van [aangever 4] die heeft verklaard dat op 19 augustus 2011 te 11:00 uur nabij het [adres] te Amersfoort een damesfiets is weggenomen, die hij, [aangever 4], in bruikleen had van [benadeelde 6];

- de verklaring van getuige [getuige 3] die op de beveiligingsbeelden heeft gezien dat aangever op 19 augustus 2011, omstreeks 9:20 uur, zijn fiets bij de inloop voor daklozen aan het [adres] plaatst en dat verdachte op diezelfde dag, omstreeks 10:47 uur, op de betreffende fiets stapt en er mee wegfietst.

4.4De bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van hetgeen hiervoor is vastgesteld en overwogen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte

Parketnummer 16/711103-11

op 27 april 2011 te Zeist, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een mobiele telefoon (merk Samsung, type Galaxy S) en een fotocamera (merk Kodak), toebehorende aan [benadeelde 1];

Parketnummer 16/711482-11

1. op 15 augustus 2011 te Amersfoort, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een kamer van een woonzorgcentrum (gelegen aan de [adres]) heeft weggenomen een geldbedrag van ongeveer 30 euro en een chocoladereep, toebehorende aan [benadeelde 4];

2. op 20 augustus 2011 te Amersfoort, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een kluis en een bedrag aan geld, toebehorende aan [benadeelde 2];

3. op 20 augustus 2011 te Amersfoort, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een motorvoertuig heeft weggenomen een tomtom en een mobiele telefoon, toebehorende aan dhr. [benadeelde 5];

Parketnummer 16/604110-11

1. op 21 juli 2011 te Utrecht, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een fiets (Sintese Slickrock) toebehorende aan [aangever 3];

2. op 19 augustus 2011 te Amersfoort, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een damesfiets, toebehorende aan een ander dan verdachte.

De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5De strafbaarheid

5.1De strafbaarheid van de feiten

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

Het bewezenverklaarde levert de navolgende strafbare feiten op:

telkens: diefstal

5.2De strafbaarheid van verdachte

Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6De strafoplegging

6.1De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft op grond van hetgeen hij bewezen heeft geacht gevorderd aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 10 maanden, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.

6.2Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft een gevangenisstraf bepleit met een onvoorwaardelijke deel gelijk aan de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht en een voorwaardelijk deel voor de duur van 5 maanden.

6.3Het oordeel van de rechtbank

Bij het bepalen van de op te leggen straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte.

Verdachte heeft zich in een periode tussen 27 april 2011 en 20 augustus 2011 schuldig gemaakt aan een zestal diefstallen.

Met name aan het binnendringen in een woning op 15 augustus 2011 te Amersfoort tilt de rechtbank zeer zwaar nu verdachte op uiterst brutale wijze het zorgcentrum en vervolgens de woning van het slachtoffer is binnengegaan en het slachtoffer een weerloze 88-jarige vrouw was. Bij betrapping door een personeelslid van het zorgcentrum heeft hij bovendien, toen het slachtoffer zei hem niet te kennen, gesuggereerd dat dat een gevolg was van dementie.

Verdachte heeft zich geen enkele rekenschap gegeven van de mogelijke gevolgen voor het slachtoffer, maar blijkbaar alleen gedacht aan zijn eigen financieel gewin.

Handelen zoals dat van verdachte dwingt zorgcentra haast om de hen toevertrouwde weerloze ouderen op te sluiten om ze te beschermen.

De rechtbank heeft voorts acht geslagen op het de verdachte betreffende uittreksel justitiële documentatie d.d. 13 december 2011 van 19 pagina’s, waaruit blijkt dat verdachte een rijke historie kent op het gebied van vermogensdelicten.

Weliswaar zijn daaruit ook periodes af te lezen die bevestigen dat verdachte in die periodes zijn leven relatief op orde had, maar de huidige periode is opnieuw een van gebruik van verdovende middelen en daaraan gerelateerde criminaliteit en bij de bestraffing daarvan wegen ook de vóór verdachtes laatste “positieve” periode gepleegde feiten. Uit het reclasseringsadvies van 12 januari 2012 en het verhandelde ter terechtzitting van 23 januari 2012 blijkt dat verdachte niet openstaat voor begeleiding door de reclassering, zodat er geen aanleiding is tot oplegging van een (deels) voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden.

De rechtbank is alles overziende van oordeel dat het, mede in het licht van voornoemd delict op 15 augustus 2011, noodzakelijk is dat aan verdachte een zwaardere straf wordt opgelegd dan de officier van justitie heeft gevorderd, en zal hem een gevangenisstraf opleggen voor de duur van 12 maanden.

7De benadeelde partijen

7.1De benadeelde partij [benadeelde 1]

De benadeelde partij [benadeelde 1] vordert een schadevergoeding van € 500,45 voor het feit van parketnummer 16/711103-11.

De rechtbank is van oordeel dat de schade een rechtstreeks gevolg is van dit bewezen verklaarde feit en acht verdachte aansprakelijk voor die schade.

Het gevorderde is voldoende aannemelijk gemaakt zodat de vordering, met de gevorderde wettelijke rente, zal worden toegewezen.

Met betrekking tot de toegekende vordering benadeelde partij [benadeelde 1] zal de rechtbank tevens de schademaatregel opleggen.

7.2De benadeelde partij [benadeelde 2]

De benadeelde partij [benadeelde 2] vordert een schadevergoeding van € 1.199,55 voor feit 2 van parketnummer 16/711482-11, te weten € 1.000,00 voor de kosten verbonden aan het opruimen van de kliniek en het niet kunnen plannen van operaties op één ochtend,

€ 100,00 voor de beschadiging van de kluis en € 99,55 als zijnde een gestolen bedrag.

De rechtbank is van oordeel dat, hoewel de schade niet is onderbouwd, het naar haar oordeel voldoende aannemelijk is dat een schade van naar schatting van de rechtbank € 550,00 een rechtstreeks gevolg is van het bewezen verklaarde feit, te weten € 500,00 voor bedrijfsschade en € 50,00 voor de schade aan de kluis. De rechtbank zal de vordering, met de gevorderde wettelijke rente, tot dat bedrag toewijzen.

Voor het overige acht de rechtbank het gevorderde bedrag onvoldoende aannemelijk gemaakt en derhalve niet toewijsbaar. Dat gedeelte van de vordering zou een nadere behandeling en bewijsvoering vergen, hetgeen naar het oordeel van de rechtbank een onevenredige belasting van het strafgeding zou opleveren. De rechtbank zal de benadeelde partij daarom voor dat deel niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering. Voor dat deel kan de benadeelde partij haar vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.

Met betrekking tot de toegekende vordering benadeelde partij zal de rechtbank tevens de schademaatregel opleggen.

7.3De benadeelde partij [benadeelde 3]

Namens de benadeelde partij [benadeelde 3], is bij voegingsformulier, ingekomen op 6 september 2011, een schadevergoeding van € 167,15 ter zake van een diefstal op 15 augustus 2011 te Amersfoort gevorderd. [benadeelde 3] is overleden op 27 september 2011.

Aangezien het betreffende feit niet aan verdachte ten laste is gelegd, zal de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard.

8Het beslag

8.1De teruggave aan verdachte

De rechtbank zal de teruggave gelasten van de hierna in de beslissing genoemde in beslag genomen voorwerpen 3, 4, 10, 11, 12, 13, 14 en 15 (huissleutel) van de beslaglijst van 16 december 2011 aan verdachte, aangezien deze voorwerpen niet vatbaar zijn voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en onder verdachte in beslag zijn genomen.

8.2De teruggave aan rechthebbende

De rechtbank zal de teruggave gelasten van het hierna in de beslissing genoemde in beslag genomen voorwerp 2 van de beslaglijst van 16 december 2011 aan [benadeelde 4], omdat deze redelijkerwijs als rechthebbende kan worden aangemerkt. Voorts zal de rechtbank de teruggave gelasten van voorwerp 9 van de beslaglijst van 16 december 2011 aan [benadeelde 2].

8.3De bewaring ten behoeve van de rechthebbende

De rechtbank zal de bewaring ten behoeve van de rechthebbende gelasten van de hierna in de beslissing genoemde in beslag genomen voorwerpen 5, 6, 7, 8, 15 (fietssleutel) en 16 van de beslaglijst d.d. 16 december 2011.

8.4Voegen in dossier

Het in beslag genomen voorwerp 1 van de beslaglijst d.d. 16 december 2011 is een cd-rom met beveiligingsbeelden en dient naar het oordeel van de rechtbank in het dossier te worden gevoegd.

9De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 24c, 27, 36f, 57, 310 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

10De beslissing

De rechtbank:

Vrijspraak

- spreekt verdachte vrij van het onder 4 ten laste gelegde feit (parketnummmer 16/711482-11);

Bewezenverklaring

- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;

- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;

Strafbaarheid

- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:

telkens: diefstal

- verklaart verdachte strafbaar;

Strafoplegging

- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 12 maanden;

- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;

Benadeelde partijen

- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 1] van € 500,45, ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 27 april 2011 tot aan de dag der algehele voldoening;

- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;

- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat die vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;

- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 1], € 500,45 te betalen, bij niet betaling te vervangen door 10 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;

- bepaalt dat bij voldoening van de schademaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;

- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 2] van € 550,00, ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 20 augustus 2011 tot aan de dag der algehele voldoening;

- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;

- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat die vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;

- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 2], € 550,00 te betalen, bij niet betaling te vervangen door 11 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;

- bepaalt dat bij voldoening van de schademaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd.

- verklaart de (erven van) benadeelde partij [benadeelde 3] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat die vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;

Beslag

- gelast de teruggave aan verdachte van de voorwerpen die op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst zijn genummerd 3, 4, 10, 11, 12, 13, 14 en 15 (huissleutel);

- gelast de teruggave aan [benadeelde 4] van het voorwerp dat op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst is genummerd 2;

- gelast de teruggave aan [benadeelde 2] van het voorwerp dat op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst is genummerd 9;

- gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van de voorwerpen die op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst zijn genummerd 5, 6, 7, 8, 15 (fietssleutel) en 16;

Dit vonnis is gewezen door mr. M.J. Grapperhaus, voorzitter, mr. M.J. Veldhuijzen en mr. D.A.C. Koster, rechters, in tegenwoordigheid van A. Heijboer, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 6 februari 2012.

ECLI:NL:RBUTR:2012:BV2993 LJN BV2993, Rechtbank Utrecht, 16/711482-11, 16/711103-11 en 16/604110-11 [P], 6-2-2012, Strafrecht (2024)
Top Articles
Latest Posts
Recommended Articles
Article information

Author: Catherine Tremblay

Last Updated:

Views: 6439

Rating: 4.7 / 5 (47 voted)

Reviews: 94% of readers found this page helpful

Author information

Name: Catherine Tremblay

Birthday: 1999-09-23

Address: Suite 461 73643 Sherril Loaf, Dickinsonland, AZ 47941-2379

Phone: +2678139151039

Job: International Administration Supervisor

Hobby: Dowsing, Snowboarding, Rowing, Beekeeping, Calligraphy, Shooting, Air sports

Introduction: My name is Catherine Tremblay, I am a precious, perfect, tasty, enthusiastic, inexpensive, vast, kind person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.